donderdag 31 mei 2012

Periode 3&4: Dramales

Ik heb een dramales in groep 5 gegeven. Het thema was Robots. Er staan 2 bronnen bij de beginsituatie en 1 bron bij de lesopbouw. Deze is een vakspecifieke bron.
























































Reflectie volgens van Korthagen:

In deze les kreeg ik als feedback dat de leerlingen erg betrokken waren. Ik heb deze les uit de methode 'Moet je doen' (van der Lei, Haverkort, Drama:Moet je doen, 2000). Ze deden goed mee en vonden het leuk om naar de eindpresentaties te kijken. Ik heb opdracht gegeven tijdens deze les dat ze als eerst door het lokaal mochten lopen en kregen daarbij steeds andere opdrachten. Bijvoorbeeld het bewegen van verschillende lichaamsdelen als een robot. Ik heb als inleiding een verhaal voorgelezen over robots. Dit vonden de leerlingen meteen leuk. Door dit te doen zat ik dicht bij hun belevingswereld. Robots vinden zij interessant. Ik heb mijn hele eigen draai gegeven aan de les. Ik hield hierbij rekening met wat de leerlingen leuk vinden. Ze hadden vrijheid in deze les en mochten zichzelf laten gaan. Sommige leerlingen vinden het eng om voor iedereen iets te presenteren. Wolters en Janssens betogen dat je leerlingen hierbij kan helpen (2010, p.10). Ik heb tijdens deze les de leerlingen geholpen die niet zo goed durfde. Zo zorgde ik ook goed voor een pedagogisch klimaat.
De volgende keer neem ik weer een thema dat dicht bij de belevingswereld zit van de leerlingen. Ik kan bijvoorbeeld beginnen met een filmpje of zelf beginnen met een verhaal uit te spelen. Dan heb ik meteen de aandacht. In het BVV-model staat de B voor betekenis. Ik heb uit het boek 'Kijk op spel' dit model gehaald. Dit is de didactiekbron. Door na te denken over betekenis in dit BVV-model, heb ik goed gebruik gemaakt van deze didactiekbron (Nooij de, 2008, Kijk op spel).


Lesbegeleidingsformulier mentor >

Geen opmerkingen:

Een reactie posten